Bergbeklimmen is klimmen op rotsachtig, besneeuwd en beijzeld terrein. Oorspronkelijk was het hoofddoel van bergbeklimmen het bereiken van de top van de berg. De praktijk is echter geëvolueerd en de tijden zijn veranderd.
Klassiek en modern alpinisme
Het alpinisme ontstond in de Alpen in 1786, toen Jacques Balmat en Michel Paccard voor het eerst de top van de Mont Blanc bereikten. Vandaag de dag wordt alpinisme overal ter wereld beoefend waar bergen zijn. Hoewel deze eerste beklimming om wetenschappelijke redenen werd gedaan, maakte het de weg vrij voor het beklimmen van andere Alpentoppen puur voor het plezier.
De meeste hoge bergen in de Alpen werden beklommen tussen 1854 en 1865, tijdens de gouden eeuw van het alpinisme. Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden ook bergen als de Kilimanjaro in Tanzania en Denali in Noord-Amerika beklommen. In 1953 was er zelfs de eerste succesvolle expeditie naar de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest in Nepal.
In de tussentijd zijn de hoogste bergen ter wereld beklommen met behulp van klassieke klimtechnieken. Dit betekent dat meestal de gemakkelijkste manier wordt gevonden om de top van de berg te bereiken. In het moderne alpinisme is het bereiken van de top niet langer het ultieme doel. De bergbeklimmer van vandaag zoekt de moeilijkste en mooiste route naar de top. Soms leidt zo'n route niet eens naar de top, maar naar een antecima.
Beginnen met bergbeklimmen
Een goede fysieke conditie is essentieel om te leren klimmen. Kennis en beheersing van zeer specifieke klimtechnieken zijn echter ook essentieel. Om de veiligheid van je groep te garanderen, moet je de juiste reflexen hebben en weten hoe je moet zekeren terwijl je onderweg bent. Je moet ook weten wat je met je uitrusting kunt en moet doen en in welke situaties je een karabiner, sling, prussik, enz. nodig hebt. Door deel te nemen aan een cursus kun je praktische ervaring opdoen met deze sport.
Je eerste stappen als bergbeklimmer
Een eerste cursus bij een berggids is de eerste stap in je carrière als bergbeklimmer. Je oefent met wandelen en klimmen op rotsachtig terrein, met zekeren onderweg en met stijgijzers op een gletsjer. Je overnacht in berghutten in het hooggebergte of in bivakken.
Ben je klaar om de sprong te wagen?
Is bergbeklimmen iets voor mij? Bergbeklimmen is een duursport. Dat betekent dat je over een goede fysieke basisconditie moet beschikken. Je moet lange afstanden kunnen hardlopen, fietsen of zwemmen.
Wat je nodig hebt voor bergbeklimmen
IJsklimmen en rotsklimmen zijn twee verschillende vormen van bergbeklimmen. Voor beide disciplines heb je een andere uitrusting nodig, zoals ijsbijlen en stijgijzers of nokkensets en klimschoenen. Een combinatie van deze twee vormen van bergbeklimmen wordt gemengd klimmen genoemd. Alpiene beklimmingen gaan vaak over gletsjers. Vanwege het risico op gletsjerspleten die je onder de sneeuw niet kunt zien, wordt er in touw geklommen.
Bergbeklimmen in alle veiligheid
Klimmen is niet alleen fysiek veeleisend, maar ook mentaal. Hoogte, onduidelijke routes, kennis van alpine risico's en hoe deze te minimaliseren zijn allemaal variabelen waarmee rekening moet worden gehouden. Het is bijvoorbeeld belangrijk om de weersvoorspellingen goed in de gaten te houden en te kunnen inschatten hoe het weer je bergtocht zal beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor lawineomstandigheden. Een goed richtingsgevoel is ook essentieel in de bergen. Weet je altijd waar je bent? Zelfs als het mistig is en je de hut uit het oog bent verloren?
Alleen of met een gids?
Vroeger was het gebruikelijk om een lokale gids in te huren om een berg te beklimmen. Tegenwoordig kiezen de meeste mensen ervoor om het alleen te doen, na de juiste training. Dat is prima, zolang je maar weet wat je doet en genoeg veiligheidsmarge overlaat. Als je geen ervaring hebt met bergbeklimmen, is het een goed idee om je eerste alpiene afdaling met een berggids te doen. Het volgen van een bergsportcursus bij DiscoveRent is een goede eerste stap op weg naar zelfstandigheid in de bergen.